Nokia 3110 classic - Geïmplanteerde medische apparatuur

background image

Geïmplanteerde medische apparatuur

Fabrikanten van medische apparatuur bevelen aan dat minimaal 15,3 centimeter (6 inches) afstand wordt gehouden tussen

een draadloos apparaat en geïmplanteerde medische apparatuur, zoals een pacemaker of een geïmplanteerde defibrillator,

om mogelijke storing aan de medische apparatuur te vermijden. Mensen die zulke apparaten dragen, moeten:
• Altijd het draadloze apparaat op meer dan 15,3 centimeter (6 inches) afstand houden van de medische apparatuur wanneer

het draadloze apparaat is ingeschakeld.

• Het draadloze apparaat niet in een borstzak dragen.
• Houd het draadloze apparaat bij het oor aan de andere zijde van het lichaam dan de zijde waar de medische apparatuur zich

bevindt, om de kans op storingen te minimaliseren.

• Schakel het draadloze apparaat onmiddellijk uit als er enige reden is om aan te nemen dat er storing optreedt.
• Lees en volg de aanwijzingen van de fabrikant van de geïmplanteerde medische apparatuur.
Als u vragen hebt over het gebruik van het draadloze apparaat met een geïmplanteerd medisch apparaat, raadpleegt u een

instelling voor gezondheidszorg.